Toon Bossuyt (CEO van BOSS paints): “Architecten en schilders ontzorgen, is onze belangrijkste drijfveer”

Als verffabrikant en groothandelaar is BOSS paints een preferente partner van De Roo. Een perfecte reden dus om Toon Bossuyt, CEO van het bedrijf, aan het woord te laten.

Wat is precies de ambitie van BOSS paints?

Toon Bossuyt: Als onderneming zijn we in meerdere marktsegmenten actief. Eerst en vooral produceren en verkopen we verf onder de labels BOSS paints (B2B) en colora (retail). Voorts verkopen we alle machines, gereedschappen en materialen die een schilder nodig kan hebben. We ambiëren het best mogelijke resultaat, samen met de vakman-schilder: zowel op technisch en esthetisch vlak, als qua service. Samenwerken is voor ons erg belangrijk: producten ontwikkelen, samen problemen oplossen … Het is als het ware onze reden van bestaan. Een schilderwerf is nu eenmaal vaak onvoorspelbaar, oplossingen bedenken voor een concreet vraagstuk. Altijd trachten we daarbij het belang van de eindklant, de vakman en de architect met elkaar te verzoenen. We doen er alles aan om onze klanten nooit in de steek te laten. Veel van onze klanten zijn eenmansbedrijven, al hebben we natuurlijk ook grotere schildersbedrijven als klant. Als de klant het gevoel heeft dat zijn leverancier hem onvoldoende steunt, dan is dat de hel. Op moeilijke momenten of in geval van problemen steken we een tandje bij om onze toegevoegde waarde te bewijzen.

Hoe lang werken De Roo en BOSS paints al samen?

Peter De Roo: Ik heb het nooit anders geweten. 34 jaar geleden startte ik in de zaak en toen was BOSS paints al een partner. Ik schat dus zo’n 50 jaar.

Toon Bossuyt: BOSS paints bestaat intussen 75 jaar, dus dat zou best kunnen.

Peter De Roo: Via BOSS paints hebben we bijvoorbeeld de Airless leren kennen, een toestel dat ons toelaat om verf te spuiten op grote oppervlakten. Het geeft aan dat BOSS paints veel meer is dan louter een leverancier van verf.

Toon Bossuyt: Research & Development zijn een cruciale poot binnen ons bedrijf. De Airless is een goed voorbeeld van een techniek die op een bepaald moment ingang gevonden heeft. Verven met rollen biedt meer flexibiliteit, maar vraagt een andere voorbereiding: welke verf kan er gebruikt worden, moet de verf verdund worden, welke druk moet je zetten … ? Een Airless biedt specifieke troeven in bepaalde situaties of projecten. We beschikken over een machineatelier waar demo’s gegeven worden aan vakmensen over verschillende toestellen. Ook herstellen we machines, leveren we vervangtoestellen indien nodig …Time is immers meer dan ooit money!

We zijn zowel fabrikant van de machines als van de verf. Als er iets misgaat, nemen we onze verantwoordelijkheid op. Onze vakmanklant hoeft naar niemand anders te kijken.

Peter De Roo: BOSS paints geeft schilders zonder enige twijfel de beste service in ons land, precies door de combinatie van al die diensten.

Hoe belangrijk is technisch advies geven voor BOSS paints?

Toon Bossuyt: Essentieel. 18 van onze 270 werknemers ontwikkelen verf, 35 doen research en 14 geven technisch advies. Met andere woorden: de ploeg die schilders op technisch vlak adviseert is bijna even groot als het team dat de verf ontwikkelt. Dat zegt genoeg, denk ik. Zoiets vergt een stevige investering van onze kant, want technisch advies is een gratis dienstverlening. Maar op die manier maken we het verschil. Een schilder moet bij ons geen 2 of 3 weken wachten tot er iemand langs kan komen op de werf.

Peter De Roo: BOSS paints gaat daar zeer ver in, dat kunnen we beamen.

Toon Bossuyt: We willen geen gedoe met onze klanten. De oplossing staat altijd en overal voorop.

Gemeenschappelijke waarden

Die oplossingsgerichtheid is ook een essentiële waarde bij De Roo. Net als het familiale karakter en de menselijke, persoonlijke benadering.

Peter De Roo: Dat verklaart mee de band tussen onze bedrijven. We verstaan elkaar blindelings op veel vlakken.

Toon Bossuyt: Als ik zeg dat we gedoe met klanten willen vermijden, dan is dat omdat we beseffen dat bijvoorbeeld architecten bij een bouwproject sowieso geconfronteerd worden met heel wat issues. Een leverancier die problemen oplost voor jou, brengt geld op en laat je toe om tijd te winnen. Voor een architect is het belangrijk om samen te werken met partners die hem ontzorgen.

Peter De Roo: Voor een schilder is dat net hetzelfde.

R&D als USP

Op welke domeinen richt uw R&D-departement zich vooral?

Toon Bossuyt: Dat gaat verschillende richtingen uit. De uitdagingen zijn zeer verscheiden. Zo proberen we continu de betrouwbaarheid van onze producten te vergroten, zowel voor de eindklant als voor de vakman. Voor de eindklant is het belangrijk dat de verf goed hecht, onderhoudsvriendelijk is en kleurvast. De vakman spitst zich onder andere toe op de beste manieren om de verf op de muur te krijgen, hoe makkelijk de verf uitgesmeerd wordt, … Al die aspecten worden systematisch gemonitord en verbeterd. Voorts worden er ons vanuit de wetgeving steeds strengere normen opgelegd inzake milieuvriendelijkheid: stoffen die vroeger veelvuldig gebruikt werden in verven, zijn vandaag niet meer toegelaten. Elk jaar verdwijnen er grondstoffen uit ons arsenaal, waarvoor we op zoek moeten naar alternatieven.

Wordt er veel research gedaan naar kleuren?

Toon Bossuyt: Absoluut, bijvoorbeeld naar kleurjuistheid en kleurbereik. De pigmentering van verven kan verschillen naargelang het type verf dat moet worden aangekleurd, maar toch moet het eindresultaat overal hetzelfde zijn. Dit betekent dat we voor alle kleuren diverse kleurformules moeten uitzoeken. We hebben 40.000 kleuren in onze database, met telkens een 5-tal formules. Dit gaat dus over 200.000 kleurformules. Het werk dat daarin kruipt, is immens, maar het geeft betrouwbaarheid en zekerheid voor de klant en de schilder. Daarom hebben we ons eigen kleurmengsysteem. In een verf zitten soms tot 10% pigmenten. Door ons eigen mengsysteem hebben we daar een impact op.

Hoe zijn kleuren doorheen de tijd geëvolueerd?

Toon Bossuyt: Toen ik startte vertegenwoordigden wit en de standaardkleuren om en bij 75% van het gamma. Vandaag is dat omgekeerd: 25% wit, tegenover 75% aangekleurd. Er is een enorme emancipatie van kleur geweest. Een jaar of 10 geleden kon het niet fel genoeg zijn: in 1 kamer werden soms 3 verschillende kleuren gebruikt … Vandaag wordt er meer gedoseerd. Het gaat er ingetogener en volwassener aan toe dan 10 jaar terug. Ook is er op dit moment een trend naar wat ik doosjesdenken noem: vloer, muur en plafonds in éénzelfde kleur en/of materiaal.

Peter De Roo: Ik ga akkoord. Architecten kiezen vaker voor een sobere look voor de muren en plafonds, en stoppen meer kleur in het meubilair. Kleuradvies wordt steeds belangrijker.

Toon Bossuyt: Een goed kleuradvies ent zich op de materialen en kleuren die al in een ruimte aanwezig zijn: een natuurstenen blad, het tapijt, een zetel … Daarmee moet de architect aan de slag gaan. Een goed werkend menselijk oog kan 16 miljoen kleuren onderscheiden. Er zijn dus nog heel wat kleuren te maken. We voorzien kleuren op maat: breng een kleurstaal binnen en wij formuleren een exacte kopie van die kleur in om het even welk product.

Trainingen en opleidingen zijn dan een logisch vervolgstuk voor R&D.

Toon Bossuyt: Uiteraard. We voorzien in 2 types van opleidingen. Enerzijds praktische opleidingen, bijvoorbeeld over decoratieve verftechnieken of spuitopleidingen. Deze worden verzorgd in onze eigen opleidingsruimte. Zo krijgen we tijdens de winterperiode hele schildersploegen over de vloer. Anderzijds geven we theoretische opleidingen. We hebben voor elke functie binnen ons bedrijf en bij onze klanten een profiel ontwikkeld: wat moet de man of vrouw die deze functie uitoefent kunnen? Daartoe organiseren we heel wat trainingen, de meeste daarvan digitaal. Op het einde is er een evaluatiemoment onder de vorm van een quiz. Zo volgen we op hoever iedereen staat en monitoren we tevens het opleidingsniveau van de medewerkers van onze zelfstandige franchisenemers bij colora. We verzekeren zo de vakkennis van onze mensen, waardoor ze nog klantvriendelijker kunnen zijn. Ze luisteren beter naar de klant als ze het traject volledig doorlopen hebben. En weten ze het antwoord op een vraag van een klant niet, dan kunnen ze nog steeds meteen bij onze mensen in de hoofdzetel terecht.

Peter De Roo: Technische kennis maakt het nu eenmaal makkelijker om een klant correct advies te geven.

Naar meer authenticiteit

Cement-, kalei- en leemtechnieken winnen aan populariteit. Hoe verklaart u dat?

Toon Bossuyt: Ik zie dat als een tegenbeweging tegen de snelheid en de hi-tech van deze wereld. Soms willen mensen vooral rust en authenticiteit als ze thuiskomen. Die oorspronkelijke aarde-materialen zorgen daarvoor. Denk bijvoorbeeld aan een doorgesneden boom als tafel. Inox wordt steeds vaker vervangen door zwartgeblakerd metaal. Producten met een historische verwijzing voegen waarde toe. Natuursteen heeft een belangrijke uplift gekregen. Hoe minder gefabriceerd een product eruit ziet, des te beter. Maar de uitdaging bestaat erin om het gebruiksgemak en de tijdwinst voor de schilder te verenigen met dat authentieke karakter van het materiaal.

Peter De Roo: Het ecologisch effect speelt ook een rol.

Toon Bossuyt: Inderdaad. Producten op basis van kalk, klei en leem hebben een lagere voetafdruk dan vernis, waar meer bindmiddel in zit. Al heb je vernis of een beschermende finish soms gewoon nodig. Het is niet altijd eenvoudig om compromissen te vinden. Vernis heeft een grotere voetafdruk, maar compenseert dit door een langere levensduur. Ik denk dat er op dit vlak de komende jaren nog veel onderzoek zal gebeuren en vooruitgang geboekt zal worden. Finishes zorgen door gebruik voor een mooie patine, sommige mensen zien dat graag.

Geeft de Belg meer geld uit aan zijn huis dan vroeger?

Toon Bossuyt: De voorbije 20 jaar alleszins. En in corona-tijden ook. Een groter deel van het gezinsbudget gaat naar interieur en decoratie, omdat een ander deel van het budget niet uitgegeven wordt: cultuur, reizen, horeca … Hoe duurzaam dit is, zal vanzelfsprekend nog moeten blijken.

Welke uitdagingen ziet u de komende jaren voor BOSS paints?

Toon Bossuyt: We hebben de ambitie om sterker te worden in bepaalde regio’s waar we vandaag nog minder goed scoren, zoals Limburg en Wallonië. Maar we willen niet groeien als we in ruil compromissen dienen te sluiten op het vlak van kwaliteit en identiteit. We gaan geen marktaandeel nemen louter omwille van het marktaandeel. We moeten dus ook mikken op meer export of het toevoegen van extra niches in ons assortiment. De vergroening van ons aanbod is een ander aandachtspunt, met meer klemtoon op natuurlijke materialen, zoals kalk, klei en leem. En uiteraard zullen we blijven ons best doen om architecten en schilders maximaal te ontzorgen.

Peter De Roo: Ook wij zien architecten als een partner. Als de architect in zijn ontwerp- of studiefase al eens met ons komt praten, dan kunnen we samen naar oplossingen zoeken. Als architect kan je nu eenmaal niet gespecialiseerd zijn in alles.

Toon Bossuyt: De visie van de all-in-architecten, zoals Horta en Vandevelde, die de volledige afwerking van de woning verzorgden, komt meer en meer terug. Architecten werken een project af tot met het laatste detail. De materialen waarmee de woning afgewerkt wordt, hebben zo’n enorme impact op de beleving van de woning, dat het een signatuur van de architect geworden is. In die zin is de samenwerking tussen de architecten en hun partners-afwerkingsbedrijven een manier om er echt uit te springen.

Peter De Roo: Juist. Het ganse plaatje moet voor hen kloppen. Architecten brengen steeds vaker een bouwteam bij elkaar, dat instaat voor het volledige project. Samen sterk is meer dan ooit waar!